Hall of Famers Historie Vrouwenijshockey Kampioenen
Jan Suurbeek - IJsvogels Amsterdam

Jan Suurbeek - IJsvogels Amsterdam

Misschien wel de kleinste Oranje-speler ooit met zijn 1 meter 59,5. Maar grootst in zijn daden als center op en als bestuurder en opleider rond het ijs.

Met 13 jaar naar Duitsland

Het is vrijdag 7 augustus 1910. Johan Willem Joseph Suurbeek (roepnaam Jan) Suurbeek ziet het levenslicht. De jonge Jan is een fervente sporter. Hij speelt honkbal, maar leert ook goed schaatsen. Het gezin Suurbeek verhuist in 1923 naar Berlijn, vanwege het werk - directeur Europa van de Remington schrijfmachinehandel - van Pa Suurbeek. En daar in Berlijn is een heuse kunstijsbaan, het Eispalast. Ook daar flitst Jan op Hollandse schaatsen over het ijs. Tussen alles en iedereen door. Nadat hij is uitgeschaatst komen mannen met lange stokken op het ijs. Jan vergaapt zich aan het spektakel. Tot zijn verbazing komt een dag later één van de mannen met stokken op hem af. Of hij niet mee wil doen? Dat hoeft de Duitse ijshockeyer geen tweemaal te vragen. En de 13-jarige Jan is ijshockeyer en wordt lid van het fameuze BSC, De Berliner Schlittschuh Club. Een absolute Europese topclub in die tijd. Jan vertelde:"Mijn maat schoenen hadden ze niet beschikbaar. Ik ben toen begonnen met voetbalschoenen op schaatsen."   Junior Suurbeek ijshockeyt dat de vonken er vanaf vliegen. Ondertussen treedt hij ook in dienst van de firma Remington. Via die firma kwam hij in 1928 in Frankfurt terecht. Daar was destijds geen kunstijsbaan. Maar de winter van 1928/1929 uiterst streng. Dus er was tijd voor een uitgebreid ijshockeyseizoen. En Jan kwam uit voor Frankfurter Tennis-Club 1914. En dat viel op.

Wie kent hem nu nog niet, Suurbeck (!), de ziel van de aanval en de publiekslieveling van de Palmengartenjeugd (Palmengarten is een park in Frankfurt). In 9 wedstrijden scoorde hij maar liefst 16 keer. Veruit de beste speler van '1914'.

— Frankfurter Allgemeine
1929 - Frankfurter Tennis Club 1914;  links met pet Jan Suurbeek

1929 - Frankfurter Tennis Club 1914; links met pet Jan Suurbeek

Zijn spel viel dermate op dat hij zelfs een keer uitkwam voor het Zuidduitse team. Totdat men er achter kwam dat Jan een Hollander was en niet beschikte over de Duitse nationaliteit.

Terug naar Nederland

In 1931 verhuisde Jan naar Amsterdam en startte daar een schrijfmachinehandel. Maar hij verscheen natuurlijk ok op het ijs. In 1932 werd er in Haarlem een demonstratiewedstrijd gehouden. De dag voor de wedstrijd was er een proefspel. Binnen vijf minuten scoorde Jan driemaal. En daarmee was het voor Jhr. P.J. Boogaart (de latere eerste voorzitter van de Nederlandse IJshockey Bond (NIJB)) duidelijk dat hij Jan moest hebben voor de demonstratiewedstrijd. 
In die tijd speelde hij voor Haarlem en af en toe voor Bloemendaal ijshockey. Totdat er in 1934 de kunstijsbaan in Amsterdam opende. Want meteen wordt de Amsterdamse IJshockey Club (A.IJ.H.C.) opgericht, met Jan Suurbeek als één van de eerste leden.

Even onvergetelijk is Jan Suurbeek, een ware duivelskunstenaar. Suurbeek is dan misschien een van de kleinste internationals uit de geschiedenis, hij was wel een van de dapperste en de man met de grootste staat van dienst.

— Onbekende sportverslaggever
AIJHC Amsterdam in 1937 - Knielend met pet: Jan Suurbeek

AIJHC Amsterdam in 1937 - Knielend met pet: Jan Suurbeek

Rond december 1934 was er een uitnodiging aan Amsterdam vanuit Brussel voor een toernooi om de Eugene Bureau Cup. Het gros van de spelers had echter nog nooit ene officiële wedstrijd gespeeld. Tegenstander in Brussel was Stade Francais Parijs, dat uit allemaal Frans-Canadezen bleek te bestaan. De Amsterdammers kwamen er totaal niet aan te pas. Speeltijd was destijds tweemaal 22,5 minuut. Na de eerste helft stond het reeds 0-12. Maar de Amsterdammers zouden scoren. Solo doorbrak Jan de Parijse defensie en kwam alleen voor de doelman. Hij raakte met hem in botsing, maakte een pracht van een salto, maar de puck gleed wel tergend langzaam over de doellijn. Uiteindelijk werd het 1-14. 
Ook naar Berlijn werden de Amsterdammers uitgenodigd. Berlijn won de eerste wedstrijd. Amsterdam de tweede. Dus wilden de Duitsers een beslissende match. Zij vatten het snode plan op om de Amsterdammers dronken te voeren. Jan en de zijnen doorzagen de tactiek en meden de alcohol. En wonnen met 2-1 de beslissende wedstrijd.
Ook kwam Jan in die tijd uit voor Blue Six Amsterdam. Een soort stadsteam van Amsterdam. En daarmee speelde hij uitwedstrijden in o.a. België, Duitsland en Zwitserland.

Gustav Jaenecke uit Berlijn, der "Justav" genoemd. Een boom van een kerel en een Duitse superster, maar Suurbeek legde hem toeh eens op het ijs neer. Jantje was doorgebroken, Jaenecke kwam dreigend op hem af voor een bodycheck, maar de kleine Amsterdammer bukte zich. "Justav" kantelde en belandde op de rug van Jan, die even doorreed met de Berlijner op zijn schouders, vervolgens met de schouderbladen een rlllerïge beweglng maakte, uaarop zijn rivaal op de bevroren vloer ptofte en Suurbeek door kon rijden om te scoren.

— Frans Henrichs
Jan Suurbeek wordt in de watten gelegd

Jan Suurbeek wordt in de watten gelegd

Omdat enkele AIJHC-spelers openlijk met de Duitse bezetters sympathiseerden richtten Jan Suurbeek en gelijkgestemde spelers een nieuwe club op: IJsvogels Amsterdam. Dat was in de herfst van 1940. Dat leidde tot veelbeladen derbies tussen de twee Amsterdamse ploegen. Na enige tijd konden de IJsvogels slechts klandestien hun wedstrijden in o.a. Arnhem en in Den Haag. Later sommeerden de Duitsers dat de IJsvogels wedstrijden in Duitsland moesten spelen. Ze probeerden dat met beloningen aantrekkelijk te maken, zes weken een gratis trainingskamp in Garmisch-Partenkirchen, loonderving werd aangeboden en ook extra voedselbonnen konden worden verstrekt. Wilde de IJsvogels niet? Dan moesten zij een reden opgeven. Voor IJsvogels bestuurslid Jan Suurbeek was dat de reden om onder te duiken. Aan Hall of Famer Piet van Heeswijk heeft Jan te danken dat hij gehavend door het leven ging. Hij had namelijk een flink lidteken op een knie. Gevolg van een keihard slapshot van Van Heeswijk. Het was alsof met een hamer op de knie van Jan was geslagen.

Tot 1951 was Jan actief als ijshockeyer bij IJsvogels Amsterdam. Waarbij hij in de latere jaren in het tweede team ijshockeyde, opdat de jongeren ook een kans kregen om in IJsvogels 1 te acteren.
Tijdens een training met Canadezen verschenen er opeens Sinterklaas en drie Pieten (één van de drie was Jan) op het ijs. De streng katholieke Canadezen vallen op hun knieën en beginnen te bidden. Ze hadden nog nooit een bisschop op het ijs meegemaakt.
Overigens was Jan enorm bedreven in het checken van de tegenstander. Niet alleen de bodycheck beheerste hij perfect, maar ook de door hem zo genoemde kontcheck was een geducht wapen van hem.

Overigens hebben beide clubs (IJsvogels Amsterdam en Den Haag) krachten voortgebracht, die gerust tot de beste spelers mogen worden gerekend, die ons land tot nu toe heeft bezeten, te weten Jan Suurbeek (IJsvogels, Amsterdam) en Piet van Heeswijk (HHYC, Den Haag).

— Trouw, 1-11-1954

In Oranje

Daar in Amsterdam was hij onderdeel van de Holland Wanderers, een Nederlands selectieteam, dat op 8 en 9 december 1934 deelnam aan een internationaal toernooi met verder een team uit Parijs, Wenen en Oxford. op 8 en 9 dec 1934 een groot toernooi met allerlei aansprekende buitenlandse teams. En de Holland Wanderers. Een soort Oranje avant la lettre. Natuurlijk was onze Jan van de partij.

6 maart 1940 - Aanvoerder Jan Suurbeek stelt de nationale ploeg voor aan Prins Bernard

6 maart 1940 - Aanvoerder Jan Suurbeek stelt de nationale ploeg voor aan Prins Bernard

Jan Suurbeek en Thijs Cohen Tervaert ontwikkelt zich goed en op 17 februari 1937 boekt Nederland zijn eerste overwinning in een officiële interland. Via twee goals van Bob van der Stok en één van Jan Suurbeek wordt met 3-0 van België gewonnen.
Één van de hoogtepunten van Suurbeek's carrière is de deelname aan de WK in Bazel Zwitserland in februari 1939. Op 6 februari staat Nederland tegenover Finland en wint met 2-1. De winnende goal kwam in de tweede periode van de stick van Jan Suurbeek.
Maar nog belangrijker was de eerste wedstrijd van dat WK. Nederland stond toen tegenover het oppermachtige Canada. En Oranje hield de nederlaag beperkt tot 0-8. Geen geringe prestatie, waar Jan enorm fier op was.
Zijn leiderschapskwaliteiten etaleert hij ook in Oranje, waarvan hij van 1939 tot 1947 aanvoerder is. Op 8 februari 1947 in Antwerpen speelt Jan zijn afscheidswedstrijd voor Nederland, dat tegen België verliest met 6-3. Maar Jan lukte wel de tussentijdse gelijkmaker voor 3-3.
Officieel kwam Jan Suurbeek op 16 wedstrijden en 2 goals vanaf zijn debuut in Oranje op 30 maart 1935 tegen Duitsland (1-4). Maar die officiële cijfers vertellen niet het hele verhaal. Zo was hij met de ploeg meegereisd naar de WK van 1955 in Duitsland, waar Nederland speelde in Dortmund en Düsseldorf. Op 29 februari 1955 zou Oranje in Dortmund de laatste interland van de B-Poule tegen België spelen. Vlak voor aanvang van het duel kwam de oekaze: Jan je moet meedoen. Zoals altijd had Jan zijn schaatsen bij zich. En Jan deed mee en Oranje won met 6-3. Dat was echt zijn laatste interland En dat op zijn 45ste.  
 

Drie dingen leen je niet uit: Je vrouw, je fiets en je schaatsen.

— Jan Suurbeek
Oranje op het WK van 1939 in Bazel; zesde van rechts: Jan Suurbeek

Oranje op het WK van 1939 in Bazel; zesde van rechts: Jan Suurbeek

Bestuurder Suurbeek

Naast Jhr. Boogaart was Jan mede-oprichter van de Nederlandse IJshockey Bond op 6 september 1934.
Op 29 december 1945, tijdens de eerste naoorlogse vergadering van de NIJB, wordt een zuiveringscommissie ingesteld. De commissie, met daarin onder meer Jan Suurbeek en Hans Teengs Gerritsen, zou een oordeel moeten vellen over het gedrag van NIJB-leden die worden verdacht van het heulen met de Duitsers. Dat leidde tot schorsingen van spelers en officials en het opheffen van de club AIJHC.
En meteen aanvaardde Jan het bestuurslidmaatschap van de NIJB. Maar dat was slechts van korte duur: 1945-1946. Jan was meer op zijn plaats als lid van de commissie van beroep, de technisch commissie en de opleidingscommissie. En soms was hij tegelijkertijd lid van die drie commissies. Tot in de tachtiger jaren was dat zijn stiel. 
Dat alles maakte dat hij tot Erelid van de NIJB is benoemd.
Maar ook bij IJsvogels was Jan jarenlang bestuurslid. Hij was eerst penningmeester en later voorzitter.

Naast dat alles was Jan Suurbeek soms ook scheidsrechter en was hij zelfs in het seizoen 1971-1972 interim-coach van UIJC Utrecht. Dat destijds op het hoogste niveau opereerde.

Jan was een all-round sportman. Naast schaatsen en ijshockey speelde hij honkbal, tennis en deed hij aan zwemmen, volleybal  en wielrennen. 
En nam hij aan twee Elfstedentocht deel. In 1947 reed hij de rit uit. Maar niet die van 1954. Hij had een kleine rugzak op. Als kleine man kon hij onder veel bruggen door. Maar één was toch echt te laag. Zijn rugzak bleef haken achter de brug en Jan viel op zijn achterhoofd. Hoe hij ook probeerde, verder gaan lukte niet meer.

Ik had altijd de schurft aan die helm. Maar ik heb twee keer een hersenschudding gehad, toen ben ik hem toch maar gaan dragen. Ook heb ik een keer een gebarsten neusbeentje opgelopen en ik kwam een keer uit de strijd met een gescheurde tong. Ook heb ik nog eens een middenvoetsbeentje gebroken..

— Jan Suurbeek
Jan Suurbeek in Oranje - Tekening van 1947

Jan Suurbeek in Oranje - Tekening van 1947 — © Sytze Henstra

De lidmaatschapsceremonie

Op 20 september 2025 vond de ceremonie plaats waarbij Jan Suurbeek lid werd van de Hockey Hall of Fame. Conny van Nes-Suurbeek aanvaardde het lidmaatschap namens haar vader.

Conny van Nes-Suurbeek en Geoffrey del Monte Lyon (verkiezingscommissielid HHoF)

Conny van Nes-Suurbeek en Geoffrey del Monte Lyon (verkiezingscommissielid HHoF) — © Edwin Blaauwbroek, Media Groep Heerenveen

Conny van Nes-Suurbeek

Conny van Nes-Suurbeek — © Edwin Blaauwbroek, Media Groep Heerenveen